Het Burgerlijk Wetboek verbiedt een schenking of testamentaire begunstiging van de beschermde persoon aan een professionele bewindvoerder. Dit verbod is evenwel niet van toepassing op de bewindvoerder die een nauwe bloedverwant of partner is.
Maar wat met de niet-professionele bewindvoerder die geen nauwe bloedverwant of geen partner van de beschermde persoon is?
Volgens het Burgerlijk Wetboek is het hen verboden om giften te ontvangen, maar het Grondwettelijk Hof oordeelde eerder dit jaar dat elke niet-professionele bewindvoerder (en dus ook deze die geen nauwe bloedverwant of geen partner van de beschermde persoon is) onder bepaalde voorwaarden giften van de beschermde persoon moet kunnen aanvaarden.
Concreet impliceert het arrest voor de toekomst dat de niet-professionele bewindvoerder die geen nauwe bloedverwant of partner is moet kunnen bewijzen dat hij wel een nauwe of affectieve band met de beschermde persoon heeft en dat de gift vanuit een genegenheidsmotief werd gedaan.
Dit arrest gaf nog geen aanleiding tot het aanpassen van het Burgerlijk Wetboek, maar heeft wel een belangrijk moreel bindende waarde ten aanzien rechters die over dergelijke vorderingen moeten oordelen. Ofwel eerbiedigen rechters dit arrest, ofwel moeten rechters een nieuwe prejudiciële vraag stellen aan het Grondwettelijk Hof.
Ter informatie kan u hier het volledige arrest raadplegen: https://www.const-court.be/public/n/2024/2024-024n.pdf
Heeft u een vraag? Maak een afspraak op 050 33 66 03.